Bij de laatste ronde van dit KNSB-seizoen stond er voor ons niets meer op het spel. Nou ja, behalve onze eer dan. Voor onze tegenstanders uit Nijmegen was het daarentegen een kwestie van leven en dood; bij verlies zouden zij met ons mee degraderen naar de tweede klasse. Gelukkig hadden ze er zelf op voorhand alle vertrouwen in. Op de site van UVS viel na de vorige KNSB-wedstrijd het volgende te lezen:
Vanuit Nijmegen had Daniël, zelf ook lid van UVS, de berichten meegekregen. Zoveel hoogmoed mag natuurlijk niet onbestraft blijven. En dus was het devies voor de Spijkenissers: winnen! Voor de eeuwige glorie!
We besloten op ratingvolgorde te gaan zitten. Gedoe met strategische opstellingen lieten we aan onze tegenstander over. Deze ‘luiheid’ heeft ons geen windeieren gelegd.
Bord 8. Thijs van Dam – Olav Schoonenberg, 1-0.
Als een ware artiest was Thijs uit Antwerpen ingevlogen om zijn kunsten te vertonen. Inderdaad behield hij met wit het voordeel uit de opening en wist dat om te zetten in een gunstig toreneindspel. Onder de druk van de stelling wist Olav niet tijdig een verdedigingsstrategie te vinden en ging door zijn vlag. 1-0.
Bord 2. Daniël Zevenhuizen – Diderick Holtland, ½-½.
Ondanks de verlokkingen ("Kom bij ons spelen! Lekker dichtbij!") en bedreigingen ("Als je wint, kom je op de zwarte lijst.") van UVS'ers hield Daniël het hoofd koel. Onzeker van de planning kostte de opening hem behoorlijk wat tijd, maar later was het juist Diderick die aan zijn eigen kunnen begon te twijfelen. Remise was een goede diplomatieke oplossing. 1½-½.
Ondanks zijn teamleiderschap kon Daniël natuurlijk niet voor de resultaten van zijn teamgenoten instaan…
Bord 3. Jan Pijkeren – Job Verheul, 0-1.
Dit seizoen heeft Job het stokje van Thijs als topspeler van SVS1 overgenomen. Voorafgaand stond hij met 6 uit 8 (!) bovenaan de ranglijsten van klasse 1B. Waarom zou hij ook nu niet, met onze verenigingseer op het spel, de zwarte stukken tot winst voeren? Dat deed hij inderdaad door een gambietpion stug te blijven verdedigen. Wit won de pion terug, maar alleen door in de verdrukking te komen. Een aantal stukken kwam inderdaad nooit meer van de onderste rij. Job won overtuigend. 2½-½.
Bord 4. Semen Minyeyevtsev – GM Maarten Solleveld, 0-1.
Ondanks een prettig ogende opmars op de koningsvleugel, wist Semen geen potten te breken tegen deze teruggekeerde grootmeester. Solleveld heeft lange tijd geen stuk aangeraakt, maar had zich aan het begin van het seizoen plots weer ingeschreven bij UVS. Tot nog toe had hij geen competitiewedstrijd gespeeld, maar UVS scheen het met de dreiging van degradatie op handen toch nodig te vinden een beroep te doen op de titelhouder. 2½-1½.
Bord 7. Robbie Manders – Fabian van Buuren, 0-1.
Fabian leek niet de handigste opzet te kiezen tegen de Engelse opening van zijn tegenstander, maar steeds bleef hij de handigste verdediging kiezen. Alle ‘natuurlijke’ opties om de aanval voort te zetten, liepen voor de tegenstander om tactische redenen stuk. Verzeild geraakt in deze impasse, wist Robbie geen zet meer uit te brengen en overschreed de toegestane bedenktijd. Na een lastig seizoen haalde Fabian zo nog tweeënhalve punt uit de laatste drie partijen, terwijl hij alle voorgaande wedstrijden verloor. Mooie comeback, Fabian! 3½-1½.
Bord 9. CM Anton van Rijn – Jona van der Geld, 1-0.
Samen met zijn kompaan Djad Maes komt Jona stelselmatig te laat voor de competitiewedstrijden. Zo was het ook dit keer weer. Buiten de frustratie van teamleider en ploeggenoten om, die wel alles op alles zetten om netjes op tijd te verschijnen, hoeft het voor het wedstrijdverloop niet zo erg te zijn—ware het niet dat Jona ook elke minuut nodig heeft. Regelmatig belandt hij in tijdnood, soms met desastreuze gevolgen. Dit keer was tijd echter niet de beslissende factor, maar het gedegen spel van de Nederlands Kampioen bij de senioren, CM Anton van Rijn. Een kwaliteitsoffer in de opening was te veel van het goede, en Jona kwam nooit lekker in de wedstrijd. 3½-2½.
En zo waren er nog vier partijen over. We begonnen voorzichtig optimistisch te raken en ook onze tegenstanders begonnen onrustig te schuifelen in de analyseruimte. Ze zagen het vervolg niet bijzonder hoopvol in voor hun nog spelende teamgenoten.
Bord 1. FM Jaap Houben – Maurits van der Linde, 0-1.
De enige uitzondering op onze regel om op ratingvolgorde te gaan zitten, was Maurits. Hij moest met zwart, anders zou het witprivilege naar zijn hoofd stijgen. Van de overgebleven partijen was dit niet de partij waarvan we verwachtten dat hij in ons voordeel zou eindigen. Zelfs met de zwarthandicap wist Maurits echter een interessante stelling op het bord te toveren. Met een pion achter maar een sterke loper tegen een zwakker paard wist Maurits de druk op de ketel te houden. In een pionnenrace trok hij aan het langste eind. Weer een scalp voor in de analen! 4½-2½.
Bord 10. Joey Brokaar – Pepijn van Erp, 0-1.
Het zit dit seizoen niet mee bij Joey. Hij kreeg weer een fijne stelling, lijkt het, maar hoewel het er ‘in’ leek te zitten, kwam het er niet ‘uit’. Een nul in een listig eindspelletje met torens en paarden was het resultaat. 4½-3½.
Bord 5. Guido van Mierlo – Maxim le Clercq, 0-1.
En toen was de match in hogere zin opeens beslist. Bij Maxim was er nooit een schijntje aan de lucht. Hij speelde van meet af aan voor twee resultaten—en dat met zwart! Zijn tegenstander, Guido, doet dit jaar net als Solleveld voor het eerst weer mee. Dat doet hij in tegenstelling tot de GM wel met groot gevolg: een mooie score in de externe competitie en volop meedraaien in de interne. Geen slechte prestatie van Maxim om hem zo overtuigend van het bord te zetten! 5½-3½.
Bord 6. Djad Maes – FM Joost Retera, ½-½.
Dan was het nog aan een van onze grootste talenten om de laatste spijker in de kist te timmeren. Met een kwaliteit meer leek Djad Joost in de touwen te hebben gewerkt, maar die laatste bleef stug verdedigen en af en toe een pionnetje meepakken ter compensatie. Een aantal keren verzuimde Djad de partij uit te maken en op het laatst moest hij met remise genoegen nemen. 6-4 was het eindresultaat.
De laatste ronde van het seizoen bleek de eerste winst te worden. Mosterd na de maaltijd, misschien, maar de wraak smaakt toch zoet. Met opgeheven hoofd zakken wij een klasse naar beneden, waar we de boel onveilig zullen maken. En, wie weet, mogen we de arena van de eerste klasse het jaar erop wel weer betreden.
[Foto’s en partij(fragment)en volgen later…]