Op de druilerige zaterdagmiddag werd het eerste van SV Spijkenisse verwacht aan de overzijde van het Spui. Nieuw-Beijerland liet zich niet makkelijk bereiken wegens werkzaamheden aan de Hekelingseweg. Bovendien was de Heienoordtunnel afgesloten. Dat zou er volgens de non-playing captain van SV Rokado, Jos Visser, die weken voorafgaand aan de wedstrijd al een vriendelijke uitnodigingsmail stuurde met de hiernavolgende waarschuwing, weleens toe kunnen leiden dat het drukker dan normaal zou zijn op de veerpont tussen Voorne-Putten en de Hoeksche Waard. Reden voor het deel van onze groep dat uit Rotterdam aangereden kwam om de lange omweg via de Drechtstreek te nemen. Zo deden Maurits, Maxim en Daniël ruim een uur over een weg die hemelsbreed zo’n vijftien kilometer bestrijkt.
Het deel van de ploeg dat rechtstreeks uit Spijkenisse kwam waagde de oversteek wel. Invaller Jona van der Geld, die zijn debuut maakte in het eerste KNSB-team, kwam zelfs, óndanks het sombere weer, op de fiets. Hij verving vandaag Joey Brokaar, die bezig is aan een reis door Indonesië. En wat een invalbeurt werd het! Hij pakte een punt tegen Ben Boog (KNSB-rating: 2122). Met de zwarte stukken. “Mijn eerste partij tegen een 2100-speler,” voegde Jona toe. Van deze jongen kunnen we nog veel verwachten.
Maar Jona was niet de eerste die zaterdagmiddag klaar was. Dat was Maxim. Tegenstander Leo Rietveld had zich goed voorbereid, maar ging liever biljarten in de ontvangstruimte van het dorpshuis. Maxim had voor een ultradegelijke Scandinaviër met 3…Dd8 gekozen. Zelfs nadat hij na overleg het remiseaanbod had afgeslagen, kwam hij er een paar zetten later achter dat er niet veel van te maken viel. “Een wit minder voor Rokado,” dacht Maxim naar eigen zeggen optimistisch. “Een partij die de annalen van Spijkenisse niet zal halen, maar ook geen drama veroorzaakte.” En zo zou het zijn. Remise.
De partij van Maurits aan het eerste bord was een stuk spannender. Hans van der Linden wist zich wel raad tegen de favoriete openingsopzet van onze speler tegen het Siciliaans. Juist op het moment dat onze Van der Linde (zonder -n!) dacht dat hij liever met verwisselde kleuren door zou spelen, bood zijn tegenstander remise aan. Daar was het toch nog te vroeg voor. Net als Maxim in eerste instantie sloeg Maurits het aanbod af. Dat ontstak wel een vuurtje bij zijn tegenstander, want Maurits kreeg een enge aanval over zich heen.
Hier besloot Maurits tot 11.Pxc6? Dat lijkt een pion te winnen na 11…Dxc6 12.Txe7, maar zwart krijgt er een hele sterke aanval voor terug. Wit heeft geen stukken meer om zijn koning te verdedigen en na 11.Pxc6 is de lange diagonaal h1-a8 open gegaan. Wat bezielde de tegenstanders om zó goed voor te bereiden, zelfs tot een stelling met in dit geval—volgens Stockfish 14+—ruim voordeel voor zwart, en vervolgens remise aan te bieden? Was 12…Dd6 met remiseaanbod een psychologische meesterzet? Misschien had tegenstander Hans geen vertrouwen in zijn eigen aanvalstechniek. Even later stond het zo:
De witte dame moet al het verdedigende werk doen, terwijl de rest van het leger halfdood aan de kant van de weg ligt. Een laatste finesse was hier genoeg: 18…g5! Dames ruilen zit er niet in: 19.Dd6 Df3 en wit kan het schudden. Na 20.Tf1 brengt zwart zijn loper dan eindelijk naar de lange diagonaal, dit keer met dodelijk effect: 20…Lc6 en klaar. Hans kwam echter te snel met de loperzet, zodat Maurits de diagonaal nog kon proberen af te sluiten: 18…Lc6?! 19.f3. Blijkbaar was de bord-1-speler van Rokado allang blij zijn pionnetje terug te winnen, want hij sloeg hem er met 19…Dxf3?? vanaf. De dames werden geruild en Maurits kwam met de schrik vrij. Nadat hij de aanval zo te nauwer nood overleefd had, kwam er echter een eindspel op het bord dat zeer gunstig voor onze speler was. De pionnen op c5 en d4 zijn schietschijven voor de zwartveldige loper. Bovendien wikkelde Hans vrijwillig af naar een scenario ‘slecht paard tegen goede loper’ die voor hem slecht had kunnen aflopen.
In bovenstaande stelling besloot Maurits echter te forceren met 29.La3?! Pd7 30.c3? cxd4 en 31.d4. Dat leverde niets op. Toen de rookwolken waren opgeklaard bleef er te weinig materiaal over om te bewijzen dat de loper het sterkere stuk was. Wellicht een eindspel om uit te spelen tijdens een trainingssessie? Remise.
Ondertussen leek de vertraging op de weg zich ook te hebben doorgezet op de borden. De Spijkenissers stonden op vrijwel alle borden (zwaar) achter op tijd. Op een gegeven moment zag het er niet gunstig uit. Als Spijkenisse nog iets wilde, moest het in de tijdnoodfase gebeuren.
Een positieve uitzondering was Ricardo. Op bord 3 won hij met de witte stukken van Rex van Dijken. Goede tijdmanagement was daarbij behulpzaam. Hij had als enige Spijkenisser zowaar méér tijd op zijn klok dan zijn tegenstander. Ook op dit bord was Rokado vernuftig in de opening. Met 1.d4 d6!? 2.c4 f5!? nodigde de zwartspeler steeds uit tot overgangen naar minder bekende systemen. Uiteindelijke bracht hij vooral zichzelf in verwarring: toen Rex verzuimde het centrum te bezetten met een tijdig en bevrijdend …e7-e5, bracht Ricardo hem steeds meer in de verdrukking. 1-0.
Job speelde op bord 5 met wit tegen Frank Verkooijen. Hij kwam goed uit de opening, maar liet zich naar eigen zeggen in onderstaande stelling verleiden door een ‘té vindingrijke zet’:
Job: “Met het eenvoudige 15.Lxd4 Pxd4 16.Dh3 behoudt wit zijn grote voordeel. Echter, in de partij werd 15.Lc1?? gespeeld. Na 15…Lxe5 bleek wit niks beters te hebben dan op de rem te trappen met 16.Lxf5. Nu moest wit zijn uiterste best doen om een ongelijk lopereindspel met twee pionnen minder op het bord te toveren. Zwart probeerde het nog even, maar remise was onvermijdelijk.”
Job is niet de enige tijdnoodjunkie van het team. Ook Semen kan er wat van. Ik weet nog goed dat Semen in het KNSB-seizoen 2021-22 bijna al zijn bedenktijd had opgebruikt. Misschien uit vrees voor wat Semen daar allemaal zat te bekokstoven bood zijn tegenstander uit Bunschoten toen remise aan. Iets soortgelijks gebeurde hier, al duurde de strijd beduidend langer. Remise was het eindresultaat.
Ook Thijs remiseerde met de zwarte stukken schijnbaar comfortabel tegen Lendert van den Ouden (2111). Het was niettemin een partij waarbij weinig geruild werd en alle drie de resultaten mogelijk leken. Van het verloop heb ik niet genoeg meegekregen om er een sluitend oordeel over te geven. Ook hier remise.
De laatste jaren is Daniël iets beter geworden in het spreiden van zijn bedenktijd. Niettemin kwam ook hij in de problemen. Dat kwam onder meer omdat zijn tegenstander, Han Westenberg, in de opening enorm snel speelde. Dat deed hij vooral omdat hij baalde van zijn openingskeuze. Om er nog wat van te maken, speelde hij wat sneller. Dat lukte aardig omdat Daniël niet altijd even nauwkeurig was.
Zwart heeft druk over de f-lijn. Wel heeft zijn loper op h3 weinig mobiliteit, waardoor wit er steeds op loert om het stuk daar in te sluiten. Op dit moment is de pion op f3 natuurlijk taboe: na 23…Txf3 24.Txf3 Dxf3 25.Dxf3 Txf3 26.Pg5 verliest zwart materiaal. Om de dreiging te hernieuwen, speelde Daniël hier 23…Lh6, maar na 24.Lc1 worden de lopers geruild en dat komt wit wel goed uit; zijn loper op b2 speelde geen rol, terwijl zijn zwarte tegenstrever in het eindspel samen met zijn collegaloper weleens actief zou kunnen worden. Na de ruil ging de partij als volgt verder:
25…g5 26.Pf2 en dan de clue: 26…Lg4! Vanwege de penning kan wit de loper niet zomaar ophalen. Dit idee was nóg effectief geweest zonder de loperruil. Nu kon Westenberg zich nog enigszins verdedigen met: 27.Pxg4 hxg4 28.f4!?
Met de lopers op g7 en b2 was dit natuurlijk niet mogelijk geweest. Ook nu was het echter niet genoeg. De witte torens staan nu eenmaal een beetje buitenspel. Daniël besloot tot 28…Dh5. Nu had wit misschien het eindspel moeten accepteren met 29.fxe5 Tf2 30.Dxf2 Txf2 31.Kxf2 Dxh2+.
Alleen zwart kan hier winstkansen hebben, maar het alternatief dat in de partij gebeurde was erger. Na 29.Tf1 gxf4 30.gxf4 exf4 31.Tf2 Te5 had zwart verbonden vrijpionnen én controle over de open lijnen.
Uiteindelijk 0-1.
En zo was het dat Spijkenisse als winnaar van het in nevelen gehulde strijdveld liep. Een tweede ruime overwinning met 5,5-2,5 op rij. Dat hadden we vooraf niet verwacht: hoewel we gedegradeerd zijn, is klasse 2B niet bepaald een speeltuin. Ook hier speelt zich menig gladiatorengevecht af. Déze gladiatoren kunnen hoe dan ook trots de toekomst tegemoet varen. Zaterdag was het Spui gewoon het Spui en niet de rivier Styx, waarover de ondode schipper Charon de zielen van de overwonnenen heen voert richting de hel.
Zie hier de actuele stand in klasse 2B. Zie hier ook de teams van SV Spijkenisse het doen.